Biografie

‘Kijken is mijn bezieling’

Ik ben Anneke van der Molen–Goutbeek, geboren op 22 februari 1966 in Kampen. Als vierde – en laatste – dochter kwam ik ter wereld in een creatief gezin. Met name mijn moeder liet ons als kind al haar creatieve kracht zien. Gedurende mijn leven heb ik diezelfde, natuurlijke, kracht langzamerhand durven aanboren. Jarenlang uitte ik mijn creativiteit in diezelfde vanzelfsprekendheid. Ik was graag in de natuur, bouwde hutten, tekende, speelde gitaar en gaf m’n slaapkamer de kleuren waar ik me op dat moment prettig bij voelde.

De zorg  Op de middelbare school hoefde ik me niet lang te oriënteren op vervolgopleidingen. De wereld van de zorg had een grote aantrekkingskracht op me. De keus was snel gemaakt. Met m’n zeventien jaar verruilde ik het ouderlijk huis voor een kamertje in Nunspeet, waar ik mijn eerste stap zette in het leven van mensen met een verstandelijke en lichamelijke beperking. En deze stap was tevens mijn eerste op het pad van de verwondering, van het ‘echte zien’. 

Kijken  De meeste volwassenen en kinderen die ik in mijn leven mocht verzorgen, konden moeilijk communiceren via woorden, via taal. Hun gezichtsuitdrukkingen en gebaren zeiden evenveel, en vaak nog meer dan woorden. En juist dát heeft mij leren kijken. Naar de kleine veranderingen in een gelaat, naar een miniem signaal van vreugde of verdriet, van ontspanning of ongemak. In zijn kwetsbaarheid toont een mens zijn volle zelf. Door bewust te kijken, leerde ik zien hoe iemand waarneemt en zijn wereld beleeft. Ik ontdekte hoe ik de verbinding kon leggen. Hoe ik, door te zoeken naar het aansluitingspunt bij het diepste gevoel, ook zónder woorden kon communiceren. Pas dan beland je bij de ‘natuurlijke echtheid’ van de mens, zoals ik het noem. Mensen met een beperking laten die echtheid zien in hun ogen. Dat heeft me gevoed en dat voedt me nog. Het mooie is: kijken heeft geen begin en geen eind, kijken is nooit af. Elke dag kijk je opnieuw en leer je. Door te kijken met je gevoel, wordt het zien aangevuld. Het zien wordt rijker, spannender, dieper. Het is een oneindige ontdekkingstocht met vele onverwachte ontmoetingen.

Bestemming  Zo leerde ik ook naar mezelf kijken. Waar lag mijn echte passie, mijn drive? Zeker in de zorg, maar er was meer. Zoals Paulo Coelho in zijn boek ‘De alchemist’ beschrijft, heeft ieder mens zijn bestemming. En ik wist dat er voor mij nog meer in zat. Mijn creativiteit was in mijn leven altijd onder de oppervlakte aanwezig. In 1987 besloot ik die naar boven te halen met een voorbereidend jaar op de Vrije Academie in Nunspeet. Dat kreeg niet onmiddellijk een vervolg maar er was wel een vonkje overgeslagen. In de jaren ’90 stortte ik me op het maken van poppen. Ik volgde cursussen en kreeg les van inspirerende leermeesters. Onder hun aanmoediging merkte ik dat ik het heerlijk vond om mijn fantasie helemaal vorm te geven. Aan mijn creaties wist ik in details betekenis te geven. Juist die subtiele veranderingen in een blik of een lijn spraken boekdelen. Je leert in kleine dingen iets moois of iets nieuws zien. Net als Toon Tellegen in zijn verhalen beschrijft. Vooral dat van de olifant die bij de slak mag schuilen, spreekt me nog altijd aan. Hoe het leven ook in scherven ligt, er zijn altijd lichtpuntjes. En zoals de slak die voor het eerst van zijn leven een ster zag; zo wil ik ook leven. Er zijn nog zoveel door mij onontdekte sterren aan het firmament. Eén ster heb ik een aantal jaren geleden gevonden; ik mocht een nieuw avontuur met mezelf aangaan als Cliniclown.    

Clown  Mijn hele leven heeft de clown al een bepaalde aantrekkingskracht op mij. Als ik een clown tegenkwam bleef ik gebiologeerd naar hem staan kijken. Ergens in het jaar 2000 zag ik (toeval?) een uitzending over Cliniclowns, waarin aandacht werd geschonken aan de mens achter de clown. Het raakte me meteen, ik werd zo ongeveer de televisie ingetrokken; dít was het voor mij! Dit was alles wat bij mij paste; fantasie, creativiteit, bij je kern komen. Ik wist dat ik me als (Clini)clown volledig zou kunnen ontplooien, mijn pure ‘ik’ tevoorschijn zou kunnen laten komen en zette de eerste schreden op het clownerie-pad. Vele clownstrainingen volgden en ik ontmoette ‘maatjes’ met wie ik ging ‘clownen’. Op straat, bij bedrijven en ook in zorginstellingen, bijvoorbeeld bij ouderen met dementie. Er ging een wereld voor me open. Mijn leraren leerden me opnieuw kijken. Wanneer ik mijn eigen diepere gevoelslagen liet schijnen, zag ik het contact met de mensen voor wie we speelden tot bloei komen. Mijn clown ontwikkelde zich niet zonder verwarring en traan, maar in 2010 werd het harde werken beloond. Mijn grote wens ging in vervulling; mijn hobby werd mijn werk. Sinds die dag mag ik mezelf Cliniclown noemen.

Schilderen  Door het clownen werd mijn innerlijke inspiratiebron gevoed, die een nieuwe ster liet flonkeren. Er ontstond een sterke drijfveer om te gaan schilderen. Ik wilde op die manier mijn gedachten en gevoelens een bestemming geven. Een bekende uitspraak van Lucien Arréat, Franse schrijver en psycholoog (1841 – 1922), is: Vaak is er onder onze drijfveren één, die sterker is dan alle andere: dat is die welke men verzwijgt. En deze had ik inderdaad altijd verzwegen. In 2008 raapte ik m’n moed bij elkaar en liet via de penseelstreken mijn gedachten en fantasieën de vrije loop. Eerst waren het schuchtere uitingen maar gaandeweg gunde ik mezelf dat ik zonder m’n prestaties telkens te beoordelen, m’n gedachten vorm mocht geven op het doek. En zo ontdekte ik allengs de grootsheid van licht en donker. Ik keerde terug naar het kind in mij. Als klein meisje was ik al gefascineerd door de kleuren van het licht. Vooral de overgang van licht naar donker vond ik miraculeus. Mijn oma en ik begrepen elkaar hierin. Zij heeft me de liefde voor ‘het schemeren’ – zoals zij dat noemde – bijgebracht. Samen konden we, zittend bij haar keukenraam, stilzwijgend het prachtige invallen van de duisternis aanschouwen.

Enthousiasme  Nog steeds neemt mijn enthousiasme voor het schilderen toe. Het biedt me de mogelijkheid bij mezelf te komen en me te uiten op het platte vlak. Ook in deze kunst vind ik weer de juiste mensen op mijn pad die me les willen geven en me leren kijken. In de werken die ik maak, komen vaak menselijke figuren naar voren. Of het geheel klopt volgens de werkelijkheid is niet langer van belang, het gaat erom wat ik wil weergeven; mijn werk gaat over loslaten, vergankelijkheid, kwetsbaarheid, contact, relaties en identiteit. Dat is de essentie. Soms vanuit kinderlijke eenvoud met af en toe een vleugje humor. De theatrale wereld van de clown en zijn kinderlijke fantasie lijken zich de laatste tijd steeds meer te verbinden met mijn schilderwerk. Dat levert nieuwe ideeën en inzichten op die een boeiend proces in mij teweegbrengen. Het daagt me nóg meer uit om de verf en het effect van kleuren te onderzoeken.

Tekst: Rianne Schuurman